Het belangrijkste is dat je “gegrepen” wordt door traditionele muziek/liederen. Deze liederen zijn niet door iemand gecomponeerd, maar “ontstaan” door wat mensen bezighoudt. Vaak is dat natuurlijk De Liefde! Maar er zijn ook andere onderwerpen. Er zijn werk-, seizoens- en rituele liederen.
Soms zingen we deze liederen “puur”, maar vaak worden ze gearrangeerd om ze (voor zanger en publiek) interessanter of gevarieerder te maken. Bij deze arrangementen liggen de stemmen dichter bij elkaar dan in b.v. klassieke muziek. Dat is omdat er met andere stemtechnieken gezongen wordt, waardoor m.n. de sopranen minder hoog kunnen zingen.
Die stemtechnieken zijn:
-zingen met de spreekstem (o.a. bij Georgisch, Oekraïns), vaak in combinatie met twang (zoals bij Bulgaars).
-zingen met de roepstem (belt), zoals b.v. bij Górale; liederen uit de bergen in Polen en Tsjechië.
-en zelfs jodeltechnieken komen voor, b.v. in Georgië.
-meer klassiek, maar bij voorkeur zonder vibrato, wordt er b.v. in Bosnië gezongen.
Aan al deze stemtechnieken wordt gewerkt in de warming-ups bij koorrepetities, maar je kunt je er ook verder in bekwamen tijdens een zangles.
Ik hoor van ervaren klassieke zangers weleens dat ze traditionele muziek “te makkelijk” vinden. Ik denk dat de uitdaging zit in een goede beheersing van de genoemde stemtechnieken, de soms complexe samenklanken en de rijke versieringen (in het Bulgaars, Armeens, Georgisch, Oekraïns). En niet te vergeten; de juiste uitspraak van alle talen!
Voor mij is het àllerbelangrijkste dat deze muziek “recht uit het hart”wordt gezongen! En dat er een mooie verbinding voelbaar is tussen de zangers…
Kom je het ervaren bij een van mijn drie koren?